Skip to content
Word lid

Klaas Rozemond is filosoof en jurist en werkt als universitair hoofddocent strafrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij beschrijft in Het zelfgekozen levenseinde (ISVW-uitgevers, 2021) de juridische en filosofische argumenten voor het recht van ieder mens om te bepalen op welke wijze en op welk moment het leven kan worden beëindigd. Dat zelfbeschikkingsrecht is geregeld in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Rozemond legt voor een aantal Nederlandse euthanasierechtszaken uit hoe het rechterlijk oordeel vooral medische en juridische aspecten weegt en waarom dat vaak op gespannen voet staat met zelfbeschikking. Hij laat zien hoe het zelfbeschikkingsrecht overtuigend kan worden onderbouwd vanuit filosofische visies.

Door Jacques Knops

Wat is er speciaal aan de filosofische benadering van het levenseinde?

In 2011 is in een arrest van het Europees Hof het zelfbeschikkingsrecht van mensen over hun levenseinde vastgelegd. De euthanasiewet uit 2002 is daar in beginsel niet voor bedoeld: die regelt een artsenprobleem. Iemand op diens verzoek doden is een misdrijf en artsen kunnen dat alleen doen onder de bekende voorwaarde van ondraaglijk lijden ten gevolge van een ziekte. Het is een artsenwet en geen mensenwet. De noodtoestand van de arts die geen medische hulp meer kan verlenen, bepaalt wat wel of niet mag.
Mijn voorstel is om vanuit het zelfbeschikkingsrecht van mensen te gaan denken en dan redeneer je fundamenteel anders. Er zijn hierover twee interessante filosofische visies. Stel, je vindt het waardevol dat jouw leven ‘integer’ is, dat wil zeggen in overeenstemming met de waarde die je daaraan zelf hebt toegekend. Als jouw leven daaraan niet meer voldoet, mag de overheid zich niet bemoeien met jouw levenseinde, bijvoorbeeld als je hulp bij zelfdoding wilt. En dat doet die overheid nu wel, want hulp bij zelfdoding is in een dergelijk geval strafbaar. Het kan ook zijn dat jouw levensvisie inhoudt dat je vooral gelukkig wilt zijn en pijn wilt vermijden. In dat geval is het natuurlijk ook jouw zelfbeslissingsrecht om te bepalen of en wanneer de pijn het geluk overvleugelt. Maar stel dat je een ‘blije demente’ wordt? In de eerste filosofische visie moet jouw eerdere beslissing om dan dood te willen, worden uitgevoerd, maar vanuit de tweede optiek ben je nog steeds gelukkig. En zou je dus moeten blijven leven!

En waarom zouden we hierover moeten nadenken?

Een goed voorbeeld is Henk Blanken. Hij schreef in zijn boek Beginnen over het einde: “Ik wil pas doodgaan als ik niet meer leef”. Hij hoopt dat zijn naasten hem helpen in zijn laatste stadium. Hij heeft echter in zijn argumentatie beide visies door elkaar gemengd en dat kan niet. Daarmee wordt zijn wilsbeschikking onduidelijk. Juist in het belang van je naasten kun je maar beter eenduidig aangeven wat je wilt. De filosofie kan daarbij helpen.

Hoe sta je er zelf in?

Ik ben aanhanger van de tweede visie: voor mij is essentieel of ik gelukkig ben. Maar ik respecteer natuurlijk het recht van mensen om de eerste visie aan te hangen. Beide visies komen voort uit dezelfde liberale filosofische traditie die vanuit persoonlijke vrijheid denkt en religie als dwingend kader afwijst. En vanuit beide filosofische visies moet een overheid die personen verbiedt hun zelfbeschikkingsrecht rond het levenseinde uit te oefenen, worden beschouwd als paternalistisch en moralistisch. Ook dat inzicht is een meerwaarde van de filosofische insteek. Ik zie de ‘levenseindebegeleider’ uit het wetsvoorstel Voltooid Leven daarom óók als paternalistisch: die gaat jou weer om verantwoording vragen.

Veel mensen hebben een wilsverklaring, hoe zie je die met een filosofische blik?

In een wilsverklaring kun je aan een arts vragen om jou ergens in de toekomst euthanasie te geven. Je doet dat wilsbekwaam en weloverwogen, maar accepteert daarmee ook de regels van de euthanasiewet. Dat heeft een enorm nadeel: je wordt opeens patiënt! Je moet eerst ondraaglijk lijden voordat de arts kan handelen. En die moet dan ook beslissen of je nog wilsbekwaam bent, zodat je schriftelijke wilsverklaring kan worden uitgevoerd.

Maar waarom is dat een nadeel?

Jouw lijden kan existentieel zijn: je vindt bijvoorbeeld dat je leven voltooid is, zonder dat je medisch gezien ziek bent. Je kunt dan geen euthanasie krijgen. Als je wilt dat een arts je leven beëindigt, ga je dus per definitie het medische model van de euthanasiewet in. 
Je geeft bovendien met een schriftelijke wilsverklaring je beslissingsbevoegdheid uit handen: de wilsverklaring kan ‘dodelijk’ zijn voor je zelfbeschikkingsrecht. Dat kwam goed naar voren in de Koffiezaak (een verpleeghuisarts deed een slaapmiddel in de koffie van een demente patiënte om haar euthanasie te kunnen geven, terwijl niet helder was of een eerdere wilsverklaring nog gold, jk). De Hoge Raad heeft daar in april 2020 een uitspraak over gedaan; hoewel deze uitspraak juridisch complex was, kan men stellen dat de handelwijze van de arts onverenigbaar was met het zelfbeschikkingsrecht van de patiënte. Zij had in haar schriftelijke wilsverklaring bepaald dat ze te zijner tijd zelf aan zou geven wanneer ze uit het leven wilde stappen. En tegen de arts had ze gezegd dat ze dat op dat moment nog niet wilde. Toch heeft de arts op grond van de schriftelijke wilsverklaring haar leven beëindigd zonder dat met haar te overleggen.


Die wilsverklaring verscheuren dan maar?

Er zijn ongetwijfeld situaties waarin een persoon gebruik wil maken van de wettelijke mogelijkheden tot euthanasie door middel van een schriftelijke wilsverklaring. Natuurlijk is dat ieders vrije keus, maar ik zou er toch goed over nadenken. Je zou clausules kunnen opnemen in je wilsbeschikking, ik heb ze in mijn boek uitgewerkt. Een interessante is de trajectclausule: iemand kan opschrijven dat zij beslist niet in een verpleeghuis wil worden opgenomen en daarom euthanasie wil voordat opname noodzakelijk wordt. Er zijn nog veertien andere clausules mogelijk, waaronder de huisartsclausule, de wilsonbekwaamheidsclausule, de zelfdodingsclausule en de mensenrechtenclausule. En tenslotte zou je ook een ‘negatieve’ wilsverklaring kunnen schrijven: daar staat in wat je allemaal niet wilt.

Welke bijdrage levert de filosofische benadering aan het maatschappelijk debat?

Ik hoop dat iedereen die ermee bezig is mijn boek kan gebruiken om het eigen standpunt te onderbouwen en ik richt me ook op politici die moeten beslissen of de huidige wetgeving voldoet. Voor zelf beslissen en zelf handelen, moet meer ruimte komen en daarom is de rechtszaak voor de afschaffing van de strafbaarstelling van hulp bij zelfdoding zo belangrijk. Ik heb al een brief aan de advocaat van de CLW gestuurd waarin ik vanuit de filosofie van de zelfbeschikking meedenk.

Achtergrondinformatie bij het interview

Back To Top