Ga naar hoofdinhoud

Zo pal voor de algemene ledenvergadering van 19 november mag het interview met Cunera Brugman (43) hier niet ontbreken. Al eerder las u in onze nieuwsbrief over aspirant-bestuursleden Frits Spangenberg en Rob van Doorn. Ook Cunera stelde zich kandidaat voor deze functie. Wie is deze geboren en getogen Zaanse en wat zijn haar ideeën?

Bertie Fokkelman

Kun je iets vertellen over je werkzame leven?
Na een HBO-studie sociaal recht studeerde ik Arbeid, Organisatie & Beleid (arbeidssociologie) aan de Universiteit van Amsterdam. Vier jaar geleden ben ik gaan werken als strategisch adviseur voor zes Zaanse woningbouwcorporaties. Ik adviseer op strategisch en bestuurlijk niveau zodat de samenwerking wordt verbeterd. Verder organiseer ik regelmatig bijeenkomsten met de corporaties en de gemeente om bouwtrajecten te bekorten. Daarbij wil ik ook praten mét de mensen over wie het gaat. Dus is er regelmatig overleg met huurdersorganisaties, deskundigen en gemeente zodat er goed beleid wordt afgesproken, de wijken verduurzaamd worden en de veerkracht en leefbaarheid behouden blijven.
Ook bij de CLW wil me zich actief inzetten voor het doel en daarbij de leden zoveel mogelijk bevoegdheid geven.

Vind je dat de leden van Laatste Wil niet genoeg inspraak hebben bij de besluitvorming van het bestuur?
Dat niet. Maar als jongste aspirant-bestuurder wil ik wél de leden meer betrekken bij de actielijst voor de komende periode. Nu is er al een lijn: we hebben de rechtszaak tegen de Staat en we hebben het manifest. Maar voor daarna zou ik actief willen toetsen wat leden belangrijk vinden. Zo krijgen ze een stem in het beleid.

Eigenlijk vind ik dat dat al heel vaak gebeurt. Leden krijgen vaak vragenlijsten en kunnen meepraten en meedenken.
Dat is precies wat me zo aanspreekt bij de coöperatie. Er is echt een drive, vuur, passie, om de zaak verder te brengen en het desnoods af te dwingen, zoals met de rechtszaak tegen de Staat gebeurt. Natuurlijk ga je die rechtszaak gebruiken om zo meteen te kijken hoe we in gesprek gaan met de politiek.
Toen ik benaderd werd voor een bestuursfunctie op het gebied van communicatie en public relations wilde ik dat we op één lijn zaten. De verschillende gesprekken met zittende en aspirant-bestuursleden waren heel prettig en spoorden goed met hoe ik kijk naar wat nodig is. Zodoende ben ik heel enthousiast geworden. Met de twee andere nieuwe bestuursleden, Frits Spangenberg en Rob van Doorn, denk ik goed te kunnen samenwerken zodat we straks een sterk team neerzetten. Ik ben wel iemand die graag bij doelstellingen uitkomt. Dat betekent dat we echt stappen vooruit moeten zetten en elkaar ruggensteun geven. Want het is nogal wat hè, om je in te zetten als bestuurslid voor het CLW. Dat is een behoorlijke missie, nog steeds omstreden, gezien vanuit het OM. Petra, Jos, Bert en Belia hebben al heel veel gedaan. Dus er is een heel mooi pad voor ons om verder te bewandelen. En we moeten het ook waard zijn, als nieuw bestuur, om in die voetsporen te mogen treden en de strijd voort te zetten.

En concreet, hoe zie je je inbreng in die strijd?
Ik wil dat we meer zichtbaar worden binnen heel Nederland. Ik ben van plan om vooral de groep van 40 tot 60 jaar op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met onze missie. Mijn wens is om te groeien van 30.000 naar 100.000 leden, zodat onze slagkracht nog groter wordt en we daarmee niet meer ontkend kunnen worden. Zo kunnen we meer gaan betekenen richting de autonome route.

Je bent fantastisch jong en ik vind het fijn dat je in ons bestuur komt. Maar voor de meeste mensen jonger dan 60 jaar denk ik dat ons onderwerp een ver-van-mijn-bed-show is. Hoe komt het dat jij die interesse wél hebt?
De dood kan zich op ieder moment aandienen, ook bij een jongere op de helft van zijn leven, en dus is het belangrijk om te weten hoe je je levenseinde wilt inrichten. Wat wil ik wel en wat wil ik per se niet. Geloof ik in “God geeft, God neemt” of ga ik met een wilsverklaring naar de huisarts zodat ik later desgewenst euthanasie krijg? Of ben ik een persoon die gelooft in vrijheid en vecht ik ook voor mijn eigen toekomst waarin ik gebruik mag maken van een middel waarmee ik een autonome route mag doorlopen. Wat ik heel belangrijk vind, is dat iedereen zijn eigen keuze mag maken. Hoe ook, we moeten toe naar bewustwording over de laatste fase in ons leven. Wat zou je jezelf dan gunnen.

Vind je ook dat jongeren toegang zouden moeten krijgen tot middel X?
In de plannen voor de proeftuin is de insteek van het CLW nu 55+. Dat is een strategische keuze. Als je de autonome route in Nederland bespreekbaar wilt maken, moet je uit de discussie blijven van kwetsbare jongeren die uit liefdesverdriet misschien middel X nemen. Want dat is altijd het tegenargument. Tegelijkertijd is dit een vorm van leeftijdsdiscriminatie. Ik ben een vrijheidsdenker dus ik vind het heel vervelend dat mensen zouden moeten wachten tot het 55ste levensjaar om zeggenschap te krijgen over het levenseinde. Maar goed, dit is stap één. Als we dat gered hebben met elkaar kunnen we altijd na verloop van tijd verder kijken naar de mogelijkheden voor 55-minners.

Ja, en dan zijn er nog mensen die de zelfdodingswens in hun genen hebben zitten en dan uiteindelijk voor een gruwelijk levenseinde ‘kiezen’. Je zou hun een betere dood gunnen. Dit is echt een probleem.
Absoluut. Ik gun iedereen een vredige, mooie overgang van dit leven naar ‘whatever it is’. We zouden wat meer barmhartig moeten zijn voor iedereen die intens lijdt, het zwaar heeft en die last al heel lang draagt op zijn schouders. Wat geeft ons als gezonde, positieve mensen het recht om die groep mensen te dwingen om in leven te blijven. Dat vind ik een zeer kwalijke zaak, te meer daar die mensen op zoek gaan naar de meest gruwelijke manieren om ervan af te komen. Dit heeft een traumatische impact op familie, hulpverleners, omstanders, machinisten, verpleegkundigen en noem maar op. Dus iedereen zou dit middel bij de apotheek moeten kunnen krijgen. Dat zou wel met enigerlei veiligheid en stapsgewijs verkrijgbaar moeten zijn. Want mensen moeten niet vanuit een impuls naar zo’n middel grijpen.

Aan de andere kant kun je ook zeggen dat de meeste mensen een enorme hang naar leven hebben. Ja, er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, maar denkelijk zijn dat er heel weinig.
Ja natuurlijk, dit is onze kern. Ik geloof er niet in dat er zo veel meer mensen zullen sterven wanneer het levenseindemiddel gewoon te verkrijgen is. Ik denk dat per saldo het aantal trauma’s afneemt als dierbaren bij de worsteling betrokken mogen worden. Het is altijd heftig, maar mooi om te kunnen sterven op een manier die bij jouw wens past. En dat is waarvoor ik mij hard wil gaan maken want de verhoudingen zijn zoek in dit land.
Het is heel belangrijk dat we in de communicatie, de komende maanden, goed kleur bekennen en zeggen waar we voor staan, wat we wel doen, wat we niet doen en dat we daarbij binnen het wettelijk kader blijven.

Back To Top