Ga naar hoofdinhoud

Ank van Rijnsoever

Tijdens de Klimaatmars in Rotterdam in juni trok Hans Houkema uit Kampen aandacht met zijn protestbord. Niet alleen vanwege de kleur en omvang, maar vooral door twee prikkelende leuzen: ‘Mondiaal maximaal 2 KINDEREN’ en ‘baas over eigen levenseinde’. En dat in relatie tot het klimaat. Reden genoeg voor een nadere kennismaking met een bevlogen, zeer onafhankelijk denkend mens met een missie, CLW-lid vanaf het eerste uur.

Houkema (76) is zo iemand die je niet vaak tegenkomt. Iemand van vele talenten. Hij was veertig jaar leraar, schreef een handboek voor punteren, is zelf fervent (zee)punteraar, roeier, zeezeiler en ook nog sneldichter. Regelmatig haalt hij de pers in klimaatgerelateerde beleidskwesties, meestal met een tegendraadse opvatting. Die tegendraadsheid zat er vroeg in. Houkema: “Al op de christelijke kweekschool wilde ik me geen denkbeelden laten opleggen door religie. Dat dwarse zit waarschijnlijk in mijn genen. Mijn vader was organist en op zijn manier revolutionair. Hij was indertijd een van de mensen die door de overheid werd geselecteerd en wegens intelligentie maar vooral ook daadkracht ‘geschikt’ bevonden voor de ontwikkeling van de Noordoostpolder. Op de kweekschool heb ik leren discussiëren. Ik was de enige ongelovige in de klas en mocht mijn mening ventileren, waarop de godsdienstleraar meestal afsloot met ‘Je hebt groot gelijk, maar wij geloven anders’.

Kunt u toelichten waarom de tekst 2 KINDEREN groot en bovenin staat en die over ‘baas over eigen levenseinde’ kleiner? En wat is de relatie met het klimaat?

“Ik heb me altijd verbaasd over die grote gezinnen. Heb er zelfs ooit een scriptie aan gewaagd met de titel ‘Geboortebeperking als antwoord op overbevolking’. We zijn toch met teveel mensen bezig de aarde op te souperen? Het is verbijsterend dat daar zo weinig over wordt nagedacht. Dat geldt ook voor het eigen levenseinde. Dat van die twee kinderen zette ik groot om aandacht te trekken. Zo komen veel leeftijdgenoten hun waardering uitspreken waardoor ik kan aanknopen bij het thema eigen levenseinde. Vanaf het prille begin, toen ik bij de NVVE hoorde over de oprichting van de Coöperatie Laatste Wil, ben ik lid geworden. Uit volle overtuiging. Ik vind dat er te weinig mensen zelfstandig en op volwassen wijze over dit soort levenskwesties nadenken. Soms vraag ik me af of de yuppen van nu daar wel eens hun gedachten over laten gaan.”

Zou het een idee zijn tegen de overbevolking als mensen hun leven vrijwillig beëindigen op 75-jarige leeftijd? In Japan is net de film Plan 75 verschenen met als scenario een voorstel voor een overheidsprogramma waarbij mensen vanaf 75 jaar zich kunnen inschrijven voor euthanasie. Zelf lijkt u aan levenslust nog geen gebrek te hebben.

“In principe kan ik dat idee wel volgen, al moet natuurlijk iedereen dat zelf bepalen. Maar ik vind dat ieder mens in ieder geval het recht hoort te hebben op een zelfgekozen levenseinde. Het hoe, wanneer en waarom gaat alleen die mens aan. Ik ben nu 76, in zeer acceptabele gezondheid en geniet royaal levensgeluk. Ik heb in de inmiddels 27.740 dagen van mijn leven al zoveel moois meegemaakt dat ik in alle tevredenheid wel eens denk dat ik als het ware klaar ben voor een zelfgekozen levenseinde uit dankbaarheid. Al hoop ik nog enige tijd op deze wereld te vertoeven. Ik heb mijn vrouw Reini, van wie ik zielsveel houd, twee kinderen en kleinkinderen. Ik ben ook nog actief. Maar zodra ik afhankelijk word van anderen voor de algemene dagelijkse levensverrichtingen wil ik mijn leven beëindigen of laten beëindigen. Die wens geldt ook voor als mijn vrouw zou wegvallen. Dan hoeft het voor mij ook niet meer, ik vind mijn leven dan voltooid. En hoop dat dan op een waardige manier te kunnen afronden. Mocht ik chronisch of kwaadaardig ziek worden, dan wil ik dat zo vlot mogelijk en waardig geregeld hebben. Geen opname op de intensive care, aan beademingsapparatuur, chemo of reanimatie. Ook wil ik pertinent niet verder leven als ik dement word. Natuurlijk bespreek ik dat met mijn naasten, dat wil zeggen mijn vrouw, maar ook mijn kinderen blijken daarover na te denken. En ik heb het allemaal goed vastgelegd. Mijn verdere omgeving val ik daar niet mee lastig. Al nemen ze natuurlijk wel kennis van wat ik vind als ik met zo’n bord rondloop. En al is dit maar een klein prikje, toch kan het helpen het gedachtegoed te verspreiden.”

Hoe ziet u met die vrolijke vastberadenheid van nu uw eigen autonome zelfdoding, of zoals u zelf graag zegt ‘levensafronding’ voor u?

“Ik zou natuurlijk het middel X kunnen aanschaffen. Of een andere, effectieve, niet al te nare methode kiezen, bijvoorbeeld verdrinking. Dat ken ik uit mijn omgeving en mij is verteld dat dat niet eens zo’n akelige dood is. In ieder geval beter dan van de flat springen of iets dergelijks en daarmee anderen met een praktisch én emotioneel probleem opzadelen’.

Hans Houkema heeft een sprookje geschreven, met daarin min of meer het antwoord op boven gestelde vraag: ‘Roodkapje in gesprek met oma’. Het doet het sprookje uiteraard onrecht, maar omdat integrale overname in dit bestek te ver gaat, volgt hier, sterk ingekort, de essentie.

Roodkapje in gesprek met oma

‘Oma legt Roodkapje uit dat ze als ze oud is en na een goed leven geen zin heeft in het verpleeghuis. Ze wil graag dood, maar op een moderne manier.
Roodkapje: ”Hoe gaat dat dan, met die moderne manier?”
Oma: “Ik bel de politie voor mijn levenseindekluisje.”
Roodkapje: “Oma, de politie? Waarom niet de huisarts?”
Oma: “Omdat de politie de taak heeft misdaad te voorkomen en om die reden de instantie is die het kluisje naar de aanvrager brengt. Dan komen twee agenten in burger, speciaal geschoold voor die taak, met het kluissleuteltje. Ze stellen een paar vragen, noteren wat gegevens, laten een handtekening zetten en bekijken of ze het allemaal vertrouwen. In dat kluisje zitten twee pillen die je inneemt. Een waardoor je in diepe slaap raakt en de andere laat je hart stoppen.”
Roodkapje: “Maar oma, ik gun u dat natuurlijk, maar die moderne manier van doodgaan bestaat nog helemaal niet.”
Oma: “Nee, lief kind, maar je oma is slim en heeft een alternatief bedacht. Pak dat kistje eens… Ja, het is heel zwaar, wel vijf kilo, maar daarin zitten twee rollen lood, twee dikke sokken, duct tape, een schaar, een ankerbolletje, een dun touwtje, viltstift en een mobieltje. En bij de watersportwinkel heb ik dat gele, zacht plastic ankerboeitje gekocht en een touw van zeven meter. En daarmee ga ik diep water in om snel en zonder veel pijn te verdrinken.
Roodkapje: “Maar oma, dan ga je dus te water en dat boeitje geeft dan aan waar je ligt?”
Oma: “Ja, en dan bel ik voor die tijd 112 om te zeggen waar ze heen moeten om mij te vinden. Die mensen zijn gewend aan overledenen en als die mijn afscheidsbrief lezen hebben ze daar later ook geen last van. Je moet weten, dat verdrinken snel gaat en helemaal niet zo erg is. Dat zeggen mensen die zo goed als verdronken waren, maar nog net weer bijkwamen.”
Roodkapje: “Oma, ik hoop dat ik net als u heel oud word en dat dan toch maar die moderne methode mag. Maar als u dood bent zal ik u wel heel erg missen. Oma, weet u nog van die wolf?”

Back To Top