Skip to content
Word lid

Op vrijdag 9 april 2021 bracht het bestuur van de Coöperatie Laatste Wil (CLW) samen met 29 eisers een dagvaarding uit tegen de Staat der Nederlanden. Inzet van dit Laatste Wil Proces is de vraag of de overheid haar burgers een menselijk levenseinde in eigen regie mag onthouden.

Op 10 oktober 2022 krijgt het Laatste Wil Proces een vervolg in de rechtbank van Den Haag. Drie rechters luisteren wat (namens) het bestuur, 29 eisers en advocaten van de Staat inbrengen. Daarna zullen de rechters in een vonnis zeggen en schrijven wat zij vinden. Dat zal nog wel even duren.

Zeven psychologen zijn bereid gevonden om de eisers te interviewen. Onderstaand leest u de ervaring van eiser Janine de Graaf zoals opgetekend door een van de psychologen.

Janine (60) woont met haar echtgenoot en heeft een goede band met haar twee zoons, schoondochter, kleinkind en familie. Zij is fulltime werkzaam als manager functioneel beheer van onder andere het Elektronisch Patiënten Dossier van een topklinisch ziekenhuis.

Ervaringsverhaal

Vanuit haar rol als verpleegkundige heeft ze veel mensen op hun sterfbed meegemaakt, waarbij ze geconfronteerd werd met mensonwaardig en mensonterend lijden. Vaak kwamen er vragen van patiënten om hulp. Op haar 18e, in het begin van haar carrière, heeft ze voor het eerst een schrijnende en mensonwaardige situatie meegemaakt. Ze weet nog dat ze dacht: dit kan niet waar zijn. Een dier heeft het beter.

Ook in de kennissenkring heeft ze meegemaakt dat mensen geen andere uitweg zagen dan ophanging. Een stap die je de betrokkene, maar ook zijn naasten en hulpverleners, niet gunt.

Mensen die voor een trein springen, bezorgen een machinist een traumatische ervaring. En als ze van een hoog gebouw springen, krijgen de omstanders met afschuwelijke taferelen te maken. Ook voor de familie en vrienden is zoiets afschuwelijk om mee te maken. Het is een mensonwaardige manier van uit het leven stappen. Ook heeft ze meermalen van nabij een euthanasie meegemaakt.

Voor mensen met dementie is de laatste levensfase vaak een mensonterende situatie. Dit overkwam haar vader. Hij verbleef in een verpleegtehuis. Hij had een euthanasieverklaring, maar de arts vond dat er geen sprake was van ondraaglijk lijden. Op 19 oktober 2021 is hij overleden. Dit hoopt zij niet voor zichzelf mee te maken.

Janine heeft al vanaf 1979 een euthanasieverklaring, maar heeft de ervaring dat dit niet voldoende is om op een menswaardige manier afscheid van het leven te nemen als het zover is. Zij heeft lange tijd geprobeerd om aan een laatstewilmiddel te komen.

Janine is lid van de NVVE en de CLW en heeft zich ingeschreven voor het laatstewilmiddel en een kluisje, totdat dit laatste door justitie werd gedwarsboomd. Ze kent het Handboek De Vredige Pil en heeft zich op meerdere manieren verdiept in de wijze waarop je op een menswaardige manier uit het leven kan stappen.

Schade

De pijn, de zorgen en de angst om een onzekere laatste fase heeft haar lange tijd beziggehouden. Op allerlei legale en illegale manieren heeft zij geprobeerd om het middel in handen te krijgen. Ook in het buitenland. Bijna iedere dag was zij ermee bezig. Dat gaf al die tijd een enorme onrust. Vooral het idee om geen autonomie te hebben over het levenseinde en geen zelfbeschikkingsrecht was niet te verdragen.

Toen zij er uiteindelijk in slaagde het middel in handen te krijgen, gaf dat heel veel rust.

De stelling van Janine: naast de begrippen natuurlijke en onnatuurlijke dood, zou ook het begrip ‘dood op eigen initiatief’ wettelijk ingevoerd moeten worden. Eigen regie en zelf bepalen is een grondrecht.

Nu grijpen mensen die niet meer verder willen naar manieren en middelen die mensonwaardig zijn en traumatisch voor familie en omstanders. Een dier heeft het in Nederland beter dan een mens. Wanneer de mens een dier zielig vindt, laat hij het euthanaseren. Maar wanneer een mens aangeeft niet meer te willen leven, vindt de zorgverlener dat het nog niet tijd is.

Overigens begrijpt Janine de artsen ook wel. Hun handelen is door allerlei wettelijke beperkingen begrensd, waardoor zij niet in staat zijn mensen op een waardige manier hulp te bieden bij hun laatste wens en een voltooid leven.

Het wordt tijd dat de mensen menswaardig met een legaal middel mogen sterven op het door hen gewenste moment zonder dat de nabestaanden als criminelen worden behandeld.

Eigen bevindingen van interviewer

Tijdens het gesprek wordt duidelijk dat Janine, die al vanaf haar 18e, het begin van haar verpleegopleiding, op intensieve wijze met ziekte en dood te maken heeft gehad, op intensieve wijze over het levenseinde heeft nagedacht. Ze heeft oog voor alle partijen die hierin een rol spelen: de mens met een levenseindewens, de naaste betrokkenen, de toevallige omstanders, de treinmachinisten en ook de artsen en hulpverleners. Zij komen allemaal aan bod in haar verhaal.

Janine heeft een duidelijke vrees om in totale afhankelijkheid van anderen of in een mensonwaardige situatie de laatste levensfase te moeten doormaken. Ze heeft dit weten om te zetten in een humane en genuanceerde visie op een zelfgekozen levenseinde. De grote angst voor onnodig lijden, de reële vrees voor een beschamende en mensonwaardige situatie en zeker de angst voor autonomieverlies klinken in haar verhaal door. Het maakt haar boos als haar zelfbeschikkingsrecht afgepakt zal worden. Dat is de ‘schade’ die zij dagelijks ervoer. Een grote zorg die haar kwaliteit van leven nadelig beïnvloedde.

Tot op het moment dat ze de beschikking kreeg over het laatstewilmiddel.

Back To Top