Ga naar hoofdinhoud

Zevenhonderd mensen in ons land zijn aangesloten bij de Nederlandse Coöperatie Laatste Wil, dat al jaren probeert om een veilig, legaal en pijnloos zelfdodingsmiddel te verstrekken. Wat trekt hen aan?

Exclusief voor abonnees door Femke Van Garderen, Eva Christiaens en Cathy Galle
29 mei 2019

Aaron (*), een naar eigen zeggen kerngezonde veertiger, was zelf nog een puber toen zijn grootmoeder een beroerte kreeg en volledig immobiel werd. “Ze heeft ontelbare keren gezegd dat ze wou dat het stopte. Toch heeft ze nog veertien jaar geleefd. Haar lijdensweg heeft me zwaar getekend. Het idee dat ik ooit een pilletje zal hebben dat ik kan innemen wanneer ik dat zelf wil, is voor mij een troostvol idee.”
Georges (*) is 69 jaar. Een fitte, gezonde man. Hij leeft graag. En toch is hij, net als Aaron, al anderhalf jaar lid van een organisatie die uitzoekt of ze mensen een middel kan verstrekken waarmee ze zelf een einde aan hun leven kunnen maken. “Het is vooral de wetenschap dat zo’n middel er op een dag zal zijn, terwijl ik nog wilsbekwaam ben”, verklaart hij zijn lidmaatschap. “Dat geeft mij gemoedsrust.”

Humaan levenseinde

Georges bepleit hetzelfde als vele andere leden: een humaan levenseinde voor wie dat wenst. “Je wilt toch niet dat ze dingen gaan doen die andere mensen een trauma bezorgen.” Hij zegt het, omdat hij een persoon kent die iemand aantrof na een gelukte suïcidepoging. Die persoon is daar zelf ernstig door aangedaan. “Ik begrijp daardoor de gedachtegang: iemand die uit het leven wil stappen, zou dat op een bescheiden manier mogen doen.” Maar, benadrukt hij nog eens, voor hemzelf is het nu zeker niet aan de orde. Hij heeft geen laatstewilmiddel en hij zoekt er ook niet naar. “Ik weet ook nog niet of ik naar die bijeenkomsten zal gaan.”

De bijeenkomsten waarop hij doelt zijn de eerste van de Nederlandse Coöperatie Laatste Wil in België. In juni en juli zijn er in Gent en Hasselt gepland. Ze zijn volgens de organisatoren niet bedoeld om het middel x, zoals ze het zelf noemen, aan te bieden. Over het aan- en verkopen van dat middel werden ze eerder al door het Nederlandse Openbaar Ministerie aangesproken. Dat stelt dat hulp bij zelfdoding strafbaar is. “We willen vooral onze organisatie voorstellen, vertellen aan leden waar we precies voor staan en hen inlichten over de wettelijke mogelijkheden bij een levenseinde”, zegt secretaris Bert van Herk.

Rode en groene stickers

De kans lijkt wel reëel dat het toch over middel x zal gaan, in Gent en Hasselt. Een journalist van de Volkskrant trok afgelopen weekend nog naar de jaarlijkse ledenvergadering van Coöperatie Laatste Wil in Utrecht en zag hoe informatie over het middel “ondergronds” verspreid werd onder de individuele leden.

“De organisatie heeft een systeem bedacht: stickers”, valt te lezen in het artikel. “Mensen met een rode sticker weten niet hoe het (middel, red.) werkt. Mensen met een groene sticker – die weten iets. In de pauzes worden de groene stickers aangeklampt. “Weet jij hoe het middel heet?” De naam van de stof ging al snel over de tongen. “Wie goed oplet, weet binnen één minuut om welke stof het gaat. De naam gaat rond.” De aanwezige leden wisselden in Utrecht ook telefoonnummers uit, om later samen te komen in huiskamers en te praten over andere zaken, zoals het inlichten van familieleden.

Euthanasiepapieren

In Utrecht liepen ook een paar Belgen rond tijdens de ledenvergadering. De Gentse Elodie (*), 78 jaar oud, was erbij. Zij is al vijf jaar lid van Coöperatie Laatste Wil, die ze leerde kennen via familie in Nederland. “Wie zou er geen vraag hebben naar zo’n middel? Ik heb momenteel geen klachten, maar bij ouder worden weet je nooit wat het gaat worden. En de plaag is dat demente mensen veel te veel onderzoeken moeten ondergaan.”
Elodie heeft haar begrafenis al geregeld en euthanasiepapieren ingevuld. “Je kan maar beter op veel paarden wedden om te zorgen dat je niet moet voortleven als een plant”, vindt ze. “Als je alles weet, moet je niet bang zijn om oud te worden. Dan voel je je geen speelbal van medische onderzoeken. Dat heeft mij rust gebracht.” Wat het laatstewilmiddel is, dat heeft ze in Utrecht niet gehoord. “Ik heb wel contacten gelegd voor huiskamergesprekken. Het is ook geen snoepje, natuurlijk. Je moet ook je familie nog informeren. Ik hoop dat ik op de bijeenkomst in Gent mensen leer kennen om daar in België over te spreken.”
Ondertussen leest ze veel medische boeken en schrijft ze alles op wat ze hoorde op de bijeenkomst. “De dag komt nog wel dat ik het eens aan iemand kan vragen.”

Wanhoopsdaad

Ook Aaron trok naar Utrecht. Al twee keer zelfs. “Het geeft me een goed gevoel, ook al is doodgaan bij mij nog echt niet aan de orde. Je hoort er veel verhalen van wanhoopsdaden. Dat zou anno 2019 toch niet meer mogen, vind ik.”
Iedereen hoopt dat hij, als het zover is, rustig kan sterven in zijn slaap, meent Aaron. “En als dat niet zo is, dan wil je daar toch zelf zeggenschap in hebben. En het niet overlaten aan iemand die in uw plaats beslist. We hebben in België een euthanasiewet, maar je hoort veel verhalen over mensen die alle moeite hebben om de nodige handtekeningen te vinden.”
De inschrijvingen voor de Belgische bijeenkomsten lopen nog, maar er zijn er nu net geen veertig die intekenden. De kans is groot dat het mensen zijn die beantwoorden aan het profiel dat Coöperatie Laatste Wil via een enquête kon opstellen. Die maakte duidelijk dat het vooral senioren zijn die interesse hebben in het middel, gemiddeld zijn ze 69 jaar oud. Ze zijn “hoog opgeleid, actief en welvarend” en “tevreden en niet eenzaam”.

Stelletje oude gekken

Van Herk: “Er zullen misschien wat leden met ziekte kampen, maar de meesten zijn gezond. Het zijn vooral mensen die zelf willen beschikken over hun levenseinde.” Het middel willen ze volgens hem niet meteen gebruiken, maar vooral beschikbaar hebben. “Het geeft gemoedsrust als ze weten dat ze niet afhankelijk moeten zijn van het oordeel van een arts.”

“Wij zijn geen stelletje oude gekken”, zo omschrijft een Nederlands bestuurslid het aan de Volkskrant. “Wij zijn mensen die de regie over ons eigen leven willen.” Een 81- jarige vrouw vergeleek de strijd voor een laatstewilmiddel met de strijd voor abortus en vrouwenrechten, als “een elementair onderdeel van het leven dat je zelf mag beslissen”. Dat vindt ook de Vlaamse Elodie: “Niemand beslist wanneer je geboren wordt, waarom beslissen ze dan wanneer je mag sterven?”

Onmogelijke praktijk

“Ik weet dat de discussie leeft bij de bevolking, maar eerlijk gezegd heb ik het gevoel dat het een hele kleine groep is.” Dat zegt palliatief arts Wim Distelmans (UZ Brussel). Het middel waarover gesproken wordt en zal worden, is vrij te koop op het internet, merkt hij op. “Maar hoe ga je zo’n verkoop maatschappelijk organiseren en ervoor zorgen dat het poeder niet bij de verkeerde mensen terechtkomt? Dat is in de praktijk erg moeilijk.”
Het grote gevaar is volgens Distelmans: onder welke condities ga je zo’n pil aanbieden? “Bij Coöperatie Laatste Wil ligt de ondergrens duidelijk heel laag: je moet minimaal zes maanden lid zijn, en je moet minstens 18 jaar zijn. Theoretisch kan dat idee van een snelle, pijnloze dood velen wel genegen liggen, maar praktisch kan je dat als maatschappij moeilijk organiseren.” En bovendien is het middel waar de organisatie op doelt helemaal niet pijnloos, zegt Distelmans: “Je krijgt er nog altijd schele hoofdpijn van.”
Of de pil tot normalisering van suïcide leidt, weet hij niet. “Je hebt twee soorten suïcide: impuls-suïcide, dus mensen die het in een opwelling doen omdat het bijvoorbeeld uit is met hun lief, of balans-suïcide, mensen die dat heel weloverwogen doen en vinden dat de voordelen in hun leven niet meer opwegen tegen de nadelen. Zo’n pil zou vooral de laatste groep kunnen helpen, maar je kan nooit verhinderen dat ze bij de eerste komt.”

Definitieve keuze

Moraalfilosoof Patrick Loobuyck (UAntwerpen) noemt de vereniging ronduit verontrustend. “Ik vind zelfbeschikking ook belangrijk, maar dit initiatief faciliteert zelfdoding, terwijl het als samenleving toch vooral belangrijk is dat we dat proberen te verhinderen. De dood blijft een definitieve keuze. En omstanders blijven altijd met de koude douche achter. Zo’n pil zorgt echt niet voor minder trauma voor de familie of hulpverleners. Want de vraag blijft altijd: zou de suïcide ook gebeurd zijn als die pil er niet was?”
Secretaris Van Herk zegt het minstens zo belangrijk te vinden om de mensen die het middel aanschaffen, goed te begeleiden. “Tegen welke moeilijkheden botsen ze aan? Hoe praten ze over deze stap met familie, vrienden? Hoe laat ze hen achter? Ook daarin willen we hen bijstaan.” Al heeft het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie daar ernstige bedenkingen bij. Zelfdoding is altijd het resultaat van een heel complex proces, benadrukken zij. Voor hen ligt de noodzaak op gepaste psychologische hulp voor wie met suïcidale gedachten zit.

(*) Aaron, Georges en Elodie wilden niet met hun volledige naam in de krant.

Back To Top